De alef is de eerste letter van het Hebreeuwse alfabet en betekent ‘stier’.
In zijn oorspronkelijke vorm werd voor deze letter als teken een simpele stierenkop gebruikt (een soort omgekeerde a). Dat teken ontwikkelde zich tot zowel de letter alef als onze ‘a’.
Getalswaarde
Elke Hebreeuwse letter heeft een getalswaarde (numerieke waarde). De waarde van de alef is één. Maar het Hebreeuwse woord èlèf, dat je precies hetzelfde schrijft, betekent duizend. Opmerkelijk is het Hebreeuwse woordje alloef, dat verwantschap met alef vertoont en dat met ‘stamvorst’ of ‘stamhoofd’ vertaald wordt.
Ontdek hier meer Hebreeuwse letters
Joodse traditie
De Joodse traditie vertelt dat God de wereld schiep door de Thora. Voordat het zover was verdrongen de letters van het alfabet zich voor de troon van de Eeuwige om de eerste plaats in de Thora te bemachtigen. God koos de letter beet. De alef was stil. Toen zei de Schepper: “Waarom ben je zo stil?” “Ik ben de zwakste, mijn waarde is slechts één.” Toen antwoordde de Schepper: “Jij staat aan het hoofd van het alefbeet als een koning. Ik ben één, de Thora is één en jij bent één. Met jou zal ik de Tien Woorden beginnen, waarmee ik op de berg Sinaï Mij aan Israël zal openbaren.” Daarom beginnen de Tien Woorden met de alef: Anochi Hasjeem – “Ik ben de Ene”.
Bron: Alefbeet