De letter chet is de achtste letter van het Hebreeuwse alfabet.
De chet vertegenwoordigt een typisch Semitische klank: een diep in de keel uitgesproken ‘h’, zoals die ook in het Arabisch voor onze oren zo opvallend is. In het moderne Hebreeuws is deze klank bijna verdwenen, en wordt de chet uitgesproken als de ch in school.
Het is de eerste letter van het woord chai (chet-jod), dat ‘levend’ betekent, en dat we allemaal wel kennen als hangertje aan een ketting of iets vergelijkbaars, en van chaim, dat leven betekent. Chet is daarom ook de letter die staat voor leven.
Joodse traditie
In de klassieke schrijfwijze van de chet in Thorarollen is het letterteken een combinatie van de twee voorgaande letters, wav (het rechter pootje) en zajin (het linker pootje), die door een dun lijntje als een bruggetje met elkaar verbonden zijn. Die manier van schrijven, zegt Isaac Luria, symboliseert de manier waarop aan het begin van de schepping de Geest over de wateren zweeft (zweeft: in het Hebreeuws merachèfèt, met een chet in het midden).
Het geheim van het zweven is dat het tegelijk een raken en niet raken is, zoals volgens het Bijbelse beeld een arend boven haar nest zweeft om haar jongen te voeden. Zo onderhoudt God Zijn schepping.
De Joodse traditie leert dat de Geest van God hier eigenlijk de ziel van de Messias is. Want als je de letters van Masjiach (mem–sjin–jod-chet) omzet, krijg je ‘Sjem Chai’ (sjin-mem chet-jod), de ‘Levende Naam’.
Ontdek hier meer Hebreeuwse letters
De Talmoed zegt dat de chet in het rijtje zajin, chet, tet, jod, kaf, lamed staat voor de genade (Hebreeuws: chen) die God betoont aan degene die Zijn geboden doet.
Getalswaarde
Elke Hebreeuwse letter heeft een getalswaarde (numerieke waarde). De chet heeft de getalswaarde acht. Het getal acht is betekenisvol: de achtste dag is de dag van de besnijdenis.
Bron: Alefbeet