Tijdens Pasen staat het lijden, sterven en vooral de wederopstanding van de Heere Jezus centraal. Het Paasevangelie is (onder christenen) natuurlijk overbekend, maar deze vijf dingen over Pasen weten veel christenen niet:
1. Jezus at geen brood tijdens het Laatste Avondmaal
Op bijna alle afbeeldingen die door de eeuwen heen van het Laatste Avondmaal zijn gemaakt is een gerezen brood te zien. Tijdens een uitvoering van de populaire tv-show The Passion werkten de als Jezus en Zijn discipelen verklede acteurs zelfs een heel Frans stokbrood naar binnen.
Maar het is erg onwaarschijnlijk dat er een gerezen brood werd gegeten, omdat het Laatste Avondmaal plaatsvond op de Joodse Sederavond. Het is dan absoluut verboden om een gerezen brood te eten; men eet matzes om de uittocht uit Egypte te gedenken.
Lees meer over het Feest van de ongezuurde broden
2. Pasen speelt zich af tijdens Pesach
Die matzes brengen ons meteen bij het tweede punt: de opstanding van de Heere Jezus viel samen met het Pesachfeest. Aan het begin van de sedermaaltijd zegt Jezus tegen Zijn discipelen: “Ik heb er vurig naar verlangd dit Pascha met u te eten, voordat Ik ga lijden.” (Lukas 22:15)
Pascha is het Aramese woord voor Pesach en wordt daarom vaak gebruikt in plaats van het woord Pesach. (en om het nog wat verwarrender te maken: Pascha is in het Hebreeuws nou juist weer het woord wat gebruikt wordt voor de christelijke Paasviering)
3. Het Paasverhaal vertoont veel overeenkomsten met Pesach
Wie zowel het Paasevangelie als het Joodse Pesachfeest kent, ontdekt veel overeenkomsten tussen beide. We noemen er een aantal:
- Jezus wordt het ‘Paaslam’ genoemd dat in Jeruzalem de zonden van de wereld op Zich nam; tijdens Pesach werd bij de Tempel in Jeruzalem traditioneel een Paaslam geslacht om de zonden van het volk Israël weg te nemen
- Jezus stierf op hetzelfde moment als dat het Pesachlam altijd werd geslacht, om drie uur ’s middags op de 14e dag van de maand Niesan
- de benen van het Pesachlam mochten niet worden gebroken worden, net als bij Jezus (Johannes 19:33)
- men stak een spies door het Pesachlam heen, via de bek dwars naar de achterkant. Daarna brachten ze een dwarsspies aan, van de ene naar de andere voorpoot: een gekruisigd lam dus, net als Jezus
4. De oorspronkelijke Paasdatum is veranderd
De eerste christenen (dat waren bijna allemaal Joden) bleven het Pesachfeest vieren. Toen er steeds meer niet-Joden tot geloof in Jezus als Messias kwamen begon het ‘christelijke Pesach’ zich eerst te ontwikkelen tot een periode van vasten als herdenking van het lijden van Jezus.
Lange tijd werden het christelijke Pasen en het Joodse Pesach op dezelfde dag gevierd, totdat in de vierde eeuw werd besloten om de twee van elkaar los te koppelen. Belangrijkste argument hiervoor was dat ‘de christenen zich niet langer moesten laten leiden door de Joden, omdat zij God hadden vermoord’.
5. Jezus stierf als de Koning van de Joden
In Lukas 23:38 lezen we: “En er was ook een opschrift boven Hem geschreven in Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters: DIT IS DE KONING VAN DE JODEN.” Precies zoals de Wijzen uit het Oosten hadden gevraagd bij Jezus geboorte (‘Waar is de pasgeboren Koning van de Joden?’, Mattheüs 2:2) en zoals Jezus een week voor Zijn opstanding werd onthaald in Jeruzalem:
Toen de volgende dag een grote menigte die naar het feest gekomen was, hoorde dat Jezus naar Jeruzalem kwam, namen zij de takken van de palmbomen en gingen de stad uit Hem tegemoet en riepen: Hosanna! Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere, de Koning van Israël!
– Johannes 12:12,13
Wist jij deze dingen? Juist in het Paasevangelie klinkt heel duidelijk de diepe verbondenheid van Jezus met Zijn eigen volk Israël door!