Juda is een jongensnaam die voorkomt in de Bijbel. Ontdek hier de betekenis, vindplaats en achtergronden bij de Bijbelse naam Juda.
Betekenis Juda
De naam Juda, in het Hebreeuws Jehoeda, wordt in verband gebracht met het werkwoord ‘loven’, dat wil zeggen: prijzen. In het Hebreeuws zit er ook de notie van ‘danken’ in. Het betekent dus zoveel als lofprijzing.
Achtergrond Juda
Juda is de vierde zoon van Jakob en Lea. Hoewel Lea bij Jakob op de tweede plaats stond, schonk ze hem zijn vier oudste zonen. Nu, bij de geboorte van de vierde, lijkt het wel of ze voelt dat het de laatste is. “Ditmaal zal ik de Heere loven. Daarom gaf zij hem de naam Juda. Toen hield zij op met baren” (Genesis 29:35).
Dat hoeft niet alleen de lof aan God te zijn. In Genesis 49 zegent Jakob zijn zonen. En dan wordt er opnieuw van loven gesproken. Jakob zegt: “Juda, jij bent het. Jou zullen je broers loven!” De bijzondere plaats die de stam Juda onder de stammen van Israël inneemt, wordt hier voorzegd: “Je hand zal rusten op de nek van je vijanden; voor jou zullen de zonen van je vader zich neerbuigen.”
Juda zal regeren over de stammen van Israël. Uit hem komt het geslacht van koning David voort, aan wie het koningschap voor altijd over Israël wordt beloofd. “De scepter zal van Juda niet wijken.”
Vindplaats Juda
In de Talmoed staat dat daarmee gezegd is dat Lea de eerste was sinds het begin van de schepping die God loofde en dat met zoveel woorden uitsprak.
Het woord Jood (Hebreeuws: Jehoedi) is afgeleid van Jehoeda/Juda. De naam Joden wordt een aanduiding voor alle Israëlieten die na de Babylonische ballingschap zijn overgebleven.
De Griekse en Latijnse vorm van Juda is Judas. Jezus, die Koning over Israël is en geboren is uit de stam Juda, het geslacht van David – zo wordt Hij aangekondigd in de evangeliën – wordt door Judas overgeleverd. Juda levert zichzelf uit…
Meer Bijbelse namen
Nu weet je alles over de Bijbelse naam Juda. Ontdek hier meer Bijbelse namen.