Het is druk op het centrale busstation van Jeruzalem, een gekrioel van mensen. Met moeite baan ik mij een weg naar de halte van de bus richting Tel Aviv. De wachtrij is lang en ik hoop dat er nog een plekje voor mij is in de bus van 17.00 uur.
Na de lange winterperiode is het weer deze week omgeslagen en het is erg warm. Ook in het busstation is het benauwd warm, wat zijn weerslag heeft op de gemoedstoestand van de mensen om mij heen. De mensen zijn ongeduldig en humeurig en zodra de bus arriveert, beginnen ze te duwen en te dringen. Daar word ik vervolgens weer geïrriteerd door. Gezellig is anders. De jonge man die naast mij in de rij staat te wachten heeft dit door en glimlacht vriendelijk naar mij.
Gelukkig lukt het mij uiteindelijk om een plekje te bemachtigen in de bus. De man die zo vriendelijk naar mij heeft gelachen, vraagt of hij naast mij mag komen zitten. Zijn Hebreeuws verraadt dat hij nog niet zo lang in Israël woont. Als we onderweg zijn, kan ik mijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen en vraag ik hem voorzichtig hoe lang hij al in Israël woont. Die ene vraag is genoeg en we raken in gesprek in ons beste Hebreeuws aangevuld met Engels. Hij vertelt zijn verhaal.
‘Ik kom uit Ethiopië en twee jaar geleden ben ik met een deel van mijn familie naar Israël gekomen. Verre familie van mij woont hier al sinds 1991, zij zijn uit Ethiopië geëvacueerd met operatie Salomo*. Van jongs af aan verlangde ik naar Israël, het leven in Ethiopië was niet makkelijk. Het idee om te leven in een land voor Joden trok mij erg aan.
De jaren gingen voorbij en pas twee jaar geleden brak voor mij het moment aan dat ik alija kon maken. Het moment dat ik uit het vliegtuig stapte en het grondgebied van Israël betrad, zal ik nooit meer vergeten. Ik was thuis. G-d had mijn thuisgebracht. Ik woon nu in het noorden van Israël, maar ik kom vaak naar Jeruzalem om te bidden bij de Kotel.
De afgelopen twee jaar waren niet makkelijk. Ik moest een nieuw bestaan opbouwen en dat was moeilijker dan ik had gedacht. Ik moest veel alleen uitzoeken en soms had ik het gevoel er ook in Israël niet bij te horen. Ik voelde mij aan mijn lot overgelaten en de eenzaamheid die ik ervoer had veel impact op mij. Dit was niet wat ik mij van het leven in Israël had voorgesteld.
Ondanks alles ben ik altijd positief gebleven en ondertussen heb ik een redelijk bestaan opgebouwd. Ik ben nu meer gewend aan de Israëlische mentaliteit die best hard is. En zo langzamerhand krijg ik ook de taal steeds beter onder de knie (hij lacht en zegt dat het nog veel beter kan) wat mij helpt bij mijn integratie in de maatschappij. Ook heb ik sinds kort een baan en zo lukt het mij om langzaamaan mijn leven hier in Israël op de rit te krijgen. Ik probeer te blijven vertrouwen op een hoopvolle toekomst in Israël.’
*Op 24 mei 1991 heeft Israël door middel van een luchtbrug in een tijdsbestek van ca. 36 uur 14.325 Ethiopische Joden uit de door rebellen belegerde Ethiopische hoofdstad Addis Abeba geëvacueerd, ook wel Operatie Salomo genoemd.
Zijn vertrouwen in een hoopvolle toekomst neem ik met mij mee.
Ik vind het interessant dat iedereen die je tegenkomt een ander levensverhaal heeft. De een heeft een eenvoudiger verhaal dan de ander, maar iedereen heeft een verhaal en een achtergrond. Het is een medebepalende factor voor hoe iemand in het leven staat.
De verhalen die ik hoor spelen een onderwijzende rol in mijn leven. Ik onthoud de wijze lessen van mensen en probeer deze mee te nemen in mijn eigen leven. Deze man vertelt mij zijn verhaal en ik vind het bijzonder dat hij zich zo openstelt richting een vreemde. Zijn positiviteit, zijn doorzettingsvermogen en zijn vertrouwen in een hoopvolle toekomst neem ik met mij mee!
“Dan zal de Heere, uw God, een omkeer brengen in uw gevangenschap en Zich over u ontfermen. Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volken waarheen de Heere, uw God, u verspreid had. Al bevonden uw verdrevenen zich aan het einde van de hemel, toch zal de Heere, uw God, u vandaar bijeenbrengen en u vandaar weghalen. En de Heere, uw God, zal u naar het land brengen dat uw vaderen in bezit hadden, en u zult het weer in bezit nemen; en Hij zal u goeddoen en u talrijker maken dan uw vaderen.” (Deuteronomium 30:3-5)