‘Gooi het roer eens om in je leven’, schrijft rabbijn Raphael Evers. ‘Mensen hebben vaak de neiging om de hakken in het zand te zetten en niet te veranderen: “Ik heb het altijd zo gedaan, mijn vader deed het zo, mijn grootvader deed het zo en zo is het goed. Ik ga niets veranderen”.
Maar er komt een moment dat het niet meer goed is. Grote mensen zijn in staat om zich om te draaien, een andere richting op te kijken, hun horizon te verbreden en nieuwe beslissingen te nemen, die hun levens integraal veranderen.’
Moeilijk
Het is uitermate moeilijk voor de meeste mensen om na een leven lang werken aan een project, op een cruciaal moment te zeggen, dat het hele project fout was en helemaal opnieuw te beginnen. Het is vreselijk moeilijk om na vele jaren noeste arbeid te stoppen, terug te blikken, te besluiten, dat we fout zitten, afscheid te nemen van de afgelegde weg en helemaal opnieuw te beginnen.
“We moeten onszelf durven aankijken en de vraag stellen: is dit juist of niet?”
Mensen leggen hun ziel en zaligheid in verschillende levensprojecten. Met veel bloed, zweet en tranen zijn ze jaren bezig iets op te zetten, hun hele carrière ligt in die zaak, en op een bepaald moment zien ze dat hun doel totaal verkeerd was. De meeste mensen kunnen na zo’n inzicht de knop niet zo maar omdraaien en toegeven dat ze de afgelopen tien, twintig of veertig jaar verkeerd bezig waren. Er zit teveel eigen inzet in dat project. Je hebt te veel geïnvesteerd om ineens het roer om te gooien.
Bijzondere uitleg
Bijna tweeduizend jaar geleden leefde er een Talmoedgeleerde, die Rabbi Sjimon Ha’amsoeni heette. Rabbi Sjimon Ha’amsoeni had een bijzondere uitlegmethode van de Thora. Elk Hebreeuws woordje ‘et’ (alef taf) kon hij uitleggen. Nu staat er vele duizenden keren het Hebreeuws woordje ‘et’ in de Thora. Neem de eerste zin van de Thora: Bereesjiet bara Elokiemet hasjamajiem we’et ha’arets (in het begin schiep G’d hemel en aarde). Het Hebreeuws woordje ‘et’ komt iets toevoegen. Iedere keer dat de Thora dat woordje bezigde kon Rabbi Sjimon Ha’amsoeni dat uitleggen.
Rabbi Sjimon Ha’amsoeni verklaarde de hele Thora op deze manier totdat hij aankwam bij de zin: “Et Hasjeem elokecha tira – De Eeu-wige, uw G’d, zult u vrezen” (Deuteronomium 6:13). Toen begon hij te twijfelen aan zijn eigen uitlegmethode, die zij zijn leven lang gevolgd had.
Mag je iets anders vrezen, dan G’d? Een andere god? Onmogelijk! Dat kon hij niet bevatten. Wie kon men hier nog insluiten? G’d plus wie?
Stel je voor dat Albert Einstein zou doorkrijgen dat zijn theorie niet klopt. Hij had het fout ingezien en geeft de Nobelprijs terug.
Verkeerd
Wat deed Rabbi Sjimon Ha’amsoeni? Hij stopte direct met zijn uitleg. Hij stond op in het Beth hamidrasj (Leerhuis), gaf een klap op zijn stender en zei: “Mijne heren, ik heb de hele Thora verkeerd aan jullie uitgelegd, al die jaren zijn al mijn droosjes (uitleggingen) foutief geweest. Wie moeten we buiten G’d vrezen? Ik heb spijt van mijn leermethode en stop met deze wijze van uitleg. Hij had spijt van zijn levenswerk. En hij stopte.
Hoewel het wellicht totaal niet te vergelijken is, is enig actueel voorbeeld goed om een idee te krijgen van wat hier gebeurde. Stel je voor dat Albert Einstein op een goed moment zou doorkrijgen, dat zijn relativiteitstheorie E = mc2 niet klopt. Hij had het fout ingezien en geeft de Nobelprijs terug.
De meeste mensen lukt het niet om hun fouten toe te geven en zeker niet wanneer het gaat om een leefstijl, a way of living. Rabbi Sjimon Ha’amsoeni was hiertoe in staat.
Kiezen voor de echte waarheid
En dit geldt als leidraad voor iedereen op vele kruispunten in het leven. Kiezen voor de echte waarheid. Mensen hebben veelal de neiging om de hakken in het zand te zetten en niet te veranderen: “Ik heb het altijd zo gedaan, mijn vader deed het zo, mijn grootvader deed het zo en zo is het goed. Ik ga niets veranderen”. Maar er komt een moment dat het niet meer goed is. Grote mensen zijn in staat om zich om te draaien, een andere richting op te kijken, hun horizon te verbreden en nieuwe beslissingen te nemen, die hun levens integraal veranderen.
Wij moeten onszelf durven aankijken en onszelf de vraag durven stellen: “Is dit juist of niet? Is dit eerlijk? Is dit oprecht? Bevordert dit onze religieuze beleving? Is dit een goed voorbeeld voor anderen? Leidt onze levensstijl tot een versterking of verzwakking van de religie, in onze kleine kring of in breder verband?”.
En dit geldt voor vele beslissingen waarvoor geen kant en klaar antwoord bestaat in de religieuze bronnen. Dan zijn we aangewezen op ons geweten, onze religieuze ziel als kompas en mogen we ons niet laten bedotten door allerlei privébelangetjes die een andere richting op wijzen.
Dit is de betekenis van de psychoreligieuze inhoud van de laatste maand (Elloel) van het Joodse jaar. Het is een tijd van harde beslissingen…
Dit artikel werd geschreven door rabbijn Raphael Evers en verscheen eerder op cvi.nl. Lees hier het hele artikel.