Vrijdagochtend 14 juli heeft er op het tempelplein in Jeruzalem een aanslag plaatsgevonden. In totaal vijf doden; twee politieagenten en drie daders.
Dit nieuws hoorde ik ’s ochtends voor het eerst tijdens mijn pauze om elf uur op Eben, het schooltje waar ik werk. De leraressen vertelden me dat de daders uit Bethlehem kwamen. Dat is hier om de hoek! Ik moest even slikken van de rust waarmee deze Palestijnse vrouwen met dit nieuws omgingen. ‘Dat gebeurt hier vaak, je raakt er aan gewend’, laat één van hen me schouderophalend weten.
Goed idee?
Samen met een andere vrijwilliger op Jemima zou ik vrijdagavond naar de Klaagmuur gaan om daar het inluiden van de shabbat mee te maken. Maar is dat nu wel zo’n goed idee? Ondanks alles besluiten we toch te gaan.
Samen wachten we op de Palestijnse bus 231 die van Bethlehem naar Jeruzalem rijdt. Meerijden met deze bus is een hele nieuwe ervaring voor een westerling, zoals ik. Bushaltes, waar wij zo aangewend zijn, hebben ze hier bijvoorbeeld helemaal niet. Als je met de bus mee wilt moet je gewoon ergens langs de kant van de weg gaan staan en met een beetje geluk stopt de bus dan voor je. En als je er uit wilt, druk je net als in Nederland op een stop-knopje. Maar let op: de bus stopt dan direct! Zelfs midden op een kruispunt…
Check
Voordat de 231 Jeruzalem in kan rijden moet je eerst door het checkpoint. Vanuit veiligheidsoverwegingen moeten mensen met een Palestijns paspoort dan uit de bus en in een rijtje gaan staan om daar gecontroleerd te worden. Zonder werkvergunning of visum mogen zij Israël niet in. Als toerist of Israëli mag je in de bus blijven zitten en worden je paspoort en visum vluchtig bekeken door een Israëlische soldaat.
En dan mag de 231 door. Maar helaas niet vandaag. Wegens de aanslag rijden er namelijk helemaal geen Palestijnse bussen meer naar Jeruzalem.
Wat ben ik blij dat ik toch naar Jeruzalem ben gegaan.
Rustig
Dan maar met de taxi naar het loop-checkpoint. Tegen al onze verwachtingen in was het hier erg rustig en kwamen we zonder verdere problemen aan in Jeruzalem. De poorten van de oude stad waren gesloten. Een vreemd gezicht; normaliter zijn deze altijd open.
Bijna shabbat
Gelukkig kunnen we de oude stad toch in om via de typisch oosterse winkelstraatjes de Klaagmuur te bereiken. In tegenstelling tot doordeweekse dagen zijn deze winkelstraatjes van drukke, volbehangen steegjes nu lege gangen met hier en daar een winkelier die nog snel zijn laatste spulletjes achter dikke stalen deuren verbergt. Het is bijna shabbat en dan zijn de winkels gesloten.
Druk
In tegenstelling tot de lege stad, is het een drukte van jewelste op het plein voor de Klaagmuur. En alsof er nooit een aanslag heeft plaatsgevonden, is het om acht uur bij het ondergaan van de zon één groot feest. Mannen met lange baarden, pijpenkrullen, lange jassen en met hoge hoeden, bontmutsen of keppeltjes verzamelen zich om te bidden, te dansen en te zingen. Echt een gaaf gezicht!
Wat ben ik blij dat ik toch naar Jeruzalem ben gegaan.