Er is een uitdrukking die zegt: ‘Laat me je boekenkast zien en ik zal vertellen wie je bent’. Wat we lezen is dus heel belangrijk voor wie we zijn.
Om de Heere Jezus beter te leren kennen moet je je dus afvragen wat Híj las.
De jonge Jezus
In het tweede deel van Lukas 2 lezen we dat de twaalfjarige Jezus met Zijn ouders in Jeruzalem is. Op zich al een bijzonder Bijbelgedeelte, omdat we niet zoveel weten over het (jonge) leven van Jezus. De vier Evangeliën beschrijven vooral Zijn geboorte en de drie jaren van actieve prediking, inclusief Zijn sterven en opstanding.
Maar we lichten hier een ander deel van dit verhaal uit.
Jezus in Jeruzalem
Eerst een kleine situatieschets: Jozef, Maria en Jezus zijn samen met duizenden andere Joden uit heel Israël in Jeruzalem om het Pesachfeest te vieren. (voor de meelezers: dit wordt vanaf Lukas 2:41 beschreven)
Jezus in de tempel
Als het feest is afgelopen keren Jozef en Maria terug naar huis, ervan uitgaande dat Jezus Zich in de reizigende menigte bevindt. Als ze er na een dag achterkomen dat dit niet zo is, keren ze terug naar Jeruzalem om Hem daar te zoeken.
Uiteindelijk vinden ze Jezus in de Tempel, waar Hij samen met de rabbijnen Gods Woord bestudeert. Voor Jozef en Maria was het even gissen, maar voor Jezus Zelf de normaalste zaak van de wereld, zo blijkt uit Zijn reactie.
Wat las Jezus?
Om meerdere redenen een fascinerend Bijbelverhaal. Het is Jezus Zelf die ons hier aanmoedigt om de Bijbel te bestuderen. Maar wie nog een stapje verder denkt dan dat, beseft zich dat Jezus hier niet in de evangeliën of de brieven van Paulus las. Die moesten simpelweg nog geschreven worden. De Bijbel die Jezus bestudeerde, is wat wij nu het Oude Testament noemen.
Je weet wel: Deuteronomium, Jesaja en Hosea enzo. Niet direct de eerste boeken waar je aan denkt bij het uitkiezen van een nieuw thema op je Bijbelkring, maar voor Jezus waren deze Bijbelboeken van groot belang. Het overwegen waard om eens te onderzoeken waarom, toch?