fbpx

De rechtzaak van God

tingey-injury-law-firm-nSpj-Z12lX0-unsplash
Deel deze post:
Lees ook:

Voortdurend wordt de staat Israël voor het gerecht gedaagd.
Bij voorbeeld voor het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in den Haag.
Een keur van rechters uit allerlei landen spreekt zich dan uit over wat Israël goed of beter wat het fout doet.

De profeet Joël vertelt in Gods Woord dat de Heere ook een rechtszaak aanspant. Niet tegen Israël maar tegen de naties van de wereld.
In hoofdstuk 3 lezen we hoe God de heidenvolken voor Zijn rechtbank daagt om twee misdaden.

Mijn volk
De eerste is dat zij Gods eigendom Israël dat zij verstrooid hebben over de aarde.

Laat er geen misverstand over bestaan: De eenheid van Israël is voor de Heere belangrijk. Alle twaalf stammen horen erbij! Hij is er geen één vergeten. Als we in een andere profeet, Jeremia, horen over de naderende Babylonische ballingschap van Juda (Jer.31), dan spreekt God met heimwee en verlangen over Efraïm, dat al meer dan honderd jaar daarvoor is weggevoerd door Assyrië. De Heere zegt dat zijn binnenste over hem bewogen is en dat Hij voortdurend aan hem denkt (vers 20).

De ballingschap en de verstrooiing van de stammen van Israël is voor God nooit permanent en nooit iets normaals. In de Bijbel is David de ideale koning en voorbode van de komende Messias, niet alleen omdat hij een godvrezende heerser was maar ook omdat hij koning was over de eenheid van heel Israël.

En als de Messias zelf aan een menigte van 5000 Joden brood en vis deelt (Joh.6), worden er 12 korven met brokjes ingezameld als teken van het verenigde volk van God. Nooit zal Gods Koninkrijk voluit beginnen zonder dat alle stammen teruggebracht zijn in Gods land.

Daarover gaat dus een van de zaken bij het hemelse gerechtshof binnenkort: Dat naties van de wereld meegewerkt hebben aan de verstrooiing van de kinderen van Israël.

Mijn land
De tweede zaak die dient in het dal van Josafat is volgens Joël de verdeling van het land. Daar hebben de naties van de wereld zich ook aan bezondigd. Dat brengt ons bij de vraag hoe groot Israël is?

Waar we in de Bijbelse geschiedenis vooral mee te maken hebben is het woongebied van de 12 stammen. Dat omvat ook Judea en Samaria, het gebied wat is toegewezen aan Juda, Benjamin, Efraïm en Manasse. Daar hoort ook de oude stad van Jeruzalem bij met de tempelberg en de Olijfberg en de Jordaanvallei. En eigenlijk ook de landstreken op de Oostbank van de Jordaan: Ruben, Manasse voor een deel en Gad. Daar kwam bij voorbeeld de profeet Elia vandaan.

In de moderne geschiedenis is de staat Israël die gebieden nooit op eigen initiatief gaan veroveren. In tegendeel: toen de staat in 1948 werd uitgeroepen, viel de oude stad van Jeruzalem, Sion, er zelfs buiten. Het werd gelijk bezet door de jonge staat Jordanië. Met andere woorden: het hart van het Zionisme was toen buiten bereik van het Joodse volk. Maar telkens als de vijanden van Israël het volk aanvielen, in 1948, in 1967 en in 1973 viel een nieuw stuk van het land in handen van het Joodse volk. En als ze daar weer een deel van afstonden, zoals Gaza, kwam er alleen maar een hoop ellende van.

Sommige mensen noemen het Bijbelse land Israël, Groot-Israël. Maar dat is het natuurlijk niet. Over een groter Israël spreekt de Bijbel ook maar dat omvat het land tussen de grote rivier, de Eufraat en de Middellandse zee (Deut.11:24). Blijkbaar zal de Heere dat deel ook in de toekomst schenken, op Zijn tijd.

En voor de goede orde als God over het land spreekt, dan noemt Hij het Mijn Land!
Israël mag er wonen omdat het Gods volk is.

We maken ons als christenen druk als Israël weer eens voor de zoveelste keer beschuldigd wordt. En dat doen we terecht. Er worden gemene politieke spelletjes gespeeld over de rug van het Joodse volk. Maar met het Joodse volk mogen we uitzien naar de dag dat God zal rechtspreken en neem van mij aan dat het dossier met de dag groter wordt.

Henk Poot

Ds. Henk Poot is één van de sprekers die namens Christenen voor Israël in heel Nederland spreekt over Gods trouw aan Israël.