Komende zondag is het Palmzondag. In de christelijke traditie staat dan de intocht van de Heere Jezus in Jeruzalem centraal, die een paar dagen voor Zijn kruisiging plaatsvond.
Wat opvalt aan het verhaal van de intocht in Jeruzalem is dat Jezus zo ontzettend enthousiast wordt onthaald. Waar Hij normaal gesproken vaak toch op wat weerstand stuitte is er nu vooral een grote menigte die roept: Hosanna, de Zoon van David! Gezegend Hij Die komt in de Naam van de Heere, de Koning van Israël! (Johannes 12:13)
Koning van Israël
De Koning van Israël… Die titel is in de Joodse traditie exclusief weggelegd voor de Messias. Dat werd dan ook niet zomaar gebruikt. De enige plek in de evangeliën waar Jezus nog meer zo wordt genoemd is in Johannes 1, waar Nathanaël tegen Jezus zegt: Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de Koning van Israël.
Opwekking uit de dood
Waar komt die overtuiging van de menigte dan ineens vandaan? Om die vraag te beantwoorden moeten we kijken naar de Messiasverwachting in het jodendom uit de tijd van Jezus. Volgens de Tenach (wat wij nu het Oude Testament noemen) moest de beloofde Messias aan een aantal voorwaarden voldoen. Eén van die voorwaarden was dat Hij de rechtvaardigen uit de dood zou opwekken.
In Johannes 11, het hoofdstuk voor de intocht in Jeruzalem dus, lezen we dat Jezus een dode opwekt: Lazarus. Veel Joden waren getuige van deze opstanding waardoor het nieuws zich razendsnel door het land kon verspreiden: ‘Jezus van Nazareth is begonnen met het opwekken van de doden!’. Hij móet wel de Messias zijn.
Held
En zo wordt Jezus dus onthaald als de Koning van Israël, rijdend op een ezel. Daarmee laat Hij een andere profetie in vervulling gaan, uit Zacharia 9:9. Jezus’ heldenstatus blijkt onder de inwoners van Jeruzalem van korte duur te zijn. De rest is geschiedenis…
Juich, Sion,
Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde!
Je Koning is in aantocht,
bekleed met gerechtigheid en zege.
Nederig komt Hij aanrijden op een ezel,
op een hengstveulen, het jong van een ezelin.
– Zacharia 9:9