De bizarre achtergronden van het ontstaan van het zogenaamde Palestijnse vluchtelingenprobleem geeft een beetje inzicht in de onwerkelijke situatie van Palestijnse vluchtelingen. Ook merkwaardig is de hulp van de Verenigde Naties (VN) door middel van de UNWRA die vanaf het begin meewerkt aan het in stand houden van een mythe.
Lees verder om meer te weten te komen over Palestijnse vluchtelingen.
Wat is een Palestijnse vluchteling?
De UNWRA (het VN-orgaan voor Palestijnse vluchtelingen) stelde dat mensen die langer dan twee jaar in het toenmalige Palestina woonden de status van vluchteling konden krijgen. De UNWRA heeft drie definities van de Palestijnse vluchteling:
- Iemand die van juni 1946 tot mei 1948 in Palestina woonde
- Mensen die door de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948 hun huis en middelen van bestaan verloren (ongeacht de reden waarom ze het gebied verlieten)
- Alle nakomelingen van de beide categorieën 1 en 2
Daarmee erkende de VN dat veel vluchtelingen niet lang in het gebied van het huidige Israël woonden. Die zogenaamde Palestijnse vluchtelingen hadden geen enkele band met het land.
De Arabische vluchtelingen werden in kampen geplaatst in Libanon, Jordanië en in de betwiste gebieden (Westbank en Gaza), onder support van de UNWRA. De Arabische vluchtelingenkampen worden nog steeds in stand gehouden om als politiek middel te dienen tegen Israël.
Waarom ontvluchtten Arabieren Israël in 1948?
Arabieren verlieten hun huizen in het huidige Israël in 1947,1948 en 1949 om verschillende redenen. Veel rijke Arabieren reageerden op het gerucht van een invasie en maakten dat ze wegkwamen.
Maar de overgrote meerderheid werd door de Arabische leiders opgeroepen het land te verlaten om ruimte te maken voor hun invasielegers. Mede door valse geruchten in de Arabische media over zogenaamde wreedheden van Joden, vluchtten veel Arabieren naar de omringende landen.
Zeventig procent van de Arabische vluchtelingen heeft echter nooit een Israëlische soldaat gezien.
De valse geruchten hadden te maken met Deir Yassin. Het Arabische dorp werd ingenomen om Israëlisch verkeer naar Jeruzalem mogelijk te maken. Arabische en Iraakse milities beschoten met regelmaat konvooien met voedsel naar de geïsoleerde stad Jeruzalem.
Op 9 april 1948 viel de verzetbeweging Irgoen het dorp binnen. Eerst probeerde men met een voertuig met luidspreker het dorp te bereiken om de milities in het Arabisch te waarschuwen, dat men hun wapens moest neerleggen en vluchten.
Het antwoord van de in het dorp verschanste Iraakse en Arabische strijders was geweervuur. De strijd was verschrikkelijk en nam een groot deel van de dag in beslag. De Israëlische Irgoen meldde 4 doden en 41 gewonden.
Aan Arabisch en Irakese kant liepen de cijfers uiteen van 110 tot 1000 doden en gewonden. Een rapport, opgesteld door de Bir Zeit universiteit meldde 107 doden en 12 gewonden aan Arabische kant. (bron: Sharif Kanaana and Hihad Zitawi, Deir Yassin, monograph #4 Destroyed Palestinian Villages Documentation Project. 1987)
De psychische waarde van het valse gerucht mag niet worden onderschat als reden dat zoveel Arabieren vluchtten.
Waarom zijn er zoveel Palestijnse vluchtelingen?
De totale Arabisch sprekende bevolking van West – Palestina in 1947 bedroeg ongeveer 1 miljoen mensen. Het aantal Arabisch sprekende mensen in het gebied wat de staat Israël werd in mei 1948 bedroeg 560.000 mensen.
Volgens Britse bronnen waren er nog maar 140.000 Arabisch sprekende mensen na de zesdaagse oorlog in
Israël. (bron: Survey of Palestine, dr. O. Rabinowicz. Vol. 1 pag. 240 – 242)
Er konden dus nooit meer dan 420.000 ‘vluchtelingen’ zijn.
De aantallen ‘vluchtelingen’ verschillen nogal bij diverse waarnemers.
Eind mei 1948 schatte de Syrische afgevaardigde van de VN, Faris el Khouri, het aantal op 250.000.
Count Bernadotte, de afgevaardigde van de VN in het Midden-Oosten, schatte het aantal Arabische vluchtelingen op 360.000 (VN Document A/1648).
Sir Rafael Cilento, directeur van de UNDRO, meldde in december 1948 dat hij 750.000 monden moest voeden terwijl er dus nooit meer dan 420.000 vluchtelingen konden zijn. Het was bekend dat Arabieren naar de vluchtelingenkampen gingen voor gratis eten en drinken.
In september 1949 was het aantal inmiddels opgelopen tot ca. 1.000.000, volgens W. de St. Aubin, directeur van UN Field Operations. (bron: Battleground, Fact and Fantasy in Palestine, Samuel Katz, 1973, pag. 23-27)
Kunnen Palestijnse vluchtelingen terugkeren naar Israël?
David Ben Gurion, toenmalig minister President van Israël, bepaalde al in augustus 1948 dat de Arabische vluchtelingen onder bepaalde voorwaarden en bepalingen konden terugkeren naar hun huizen.
Het waren er toen nog niet zoveel.
De Arabische staten wezen alle voorstellen, waaronder VN resolutie 194, af. Terugkeer van de vluchtelingen is nu bijna onmogelijk om verschillende redenen:
- Doordat veel Arabieren om economische redenen naar de vluchtelingenkampen trokken is het niet meer mogelijk te overzien welke families wél en welke families geen vluchtelingen zijn.
- De UNWRA stelde dat mensen die langer dan twee jaar in het toenmalige Palestina woonden de status van vluchteling konden krijgen. Het is de vraag of Israël deze categorie als vluchtelingen erkent.
- De groep vluchtelingen is door voorgaande redenen en natuurlijke aanwas (grote gezinnen) zo groot geworden dat het de Joodse Staat in gevaar brengt.
Instandhouding
Veel vluchtelingen problemen uit de tweede helft van de vorige eeuw zijn opgelost door integratie in de gastlanden.
Nergens waren de omstandigheden gunstiger dan juist voor de Arabische vluchtelingen. Ze konden gemakkelijk overal integreren, qua taal, godsdienst, cultuur.
Bovendien waren er geen financiële problemen, omdat rijke Arabische olielanden borg zouden kunnen staan.
Geen enkel vluchtelingen probleem kreeg zoveel aandacht in de media en van de VN.
Nergens werd voor een vluchtelingenprobleem een aparte afdeling in de VN opgericht, alleen voor het Palestijnse vluchtelingenprobleem.
Terwijl van 1948 tot 1967 de Gazastrook door Egypte en de Westbank door Jordanië werden gecontroleerd, bleven de vluchtelingen in de beruchte kampen wonen, terwijl ze in aantal groeiden. Dit was volkomen overbodig en bevestigt sterk het idee van de Arabische Liga om de vluchtelingen te gebruiken voor hun politieke doeleinden: de vernietiging van de staat Israël.
De vluchtelingenkampen zijn, met medeweten en steun van de UNWRA, kunstmatig in stand gehouden. Mahmoud Abbas, de leider van de Palestijnen, stelde dat de Arabische Liga het probleem van de Palestijnse vluchtelingen veroorzaakt heeft. (bron: Wall Street Journal, 5 juni 2003)
Waren er ook Joodse vluchtelingen?
Na de oorlog zagen ongeveer 600.000 Joodse vluchtelingen kans vanuit Arabische landen te vluchten naar Israël. Deze vluchtelingen hadden de meest verschrikkelijke vervolgingen overleefd. Ze moesten alles achterlaten en onder erbarmelijke omstandigheden en grote gevaren soms duizenden kilometers lopend Israël zien te bereiken.
Wat een enorm contrast met Arabische vluchtelingen, waarvan sommigen niet eens het land verlieten, of eenvoudig over de grens in Libanon, Syrië en Jordanië terechtkwamen.
Aan de Joodse vluchtelingen is nooit enige internationale steun verleend, terwijl de VS, Arabische Staten en Israël samen honderden miljoenen dollars hebben gedoneerd voor Arabische vluchtelingen.
Joodse vluchtelingen uit Arabische landen zijn net als alle andere terugkerende Joden volledig geïntrigeerd in de Israëlische samenleving. Arabische vluchtelingen zijn om politieke redenen in kampen blijven wonen en niet geïntegreerd, en door de Arabische wereld misbruikt als propagandamiddel tegen Israël.