Je komt ze niet vaak tegen in het wild: orthodoxe Joden. De meeste christenen zullen er in hun leven dan ook nooit een ontmoeten. Toch hebben we vaak wel een mening over hen. Dat ‘gedoe’ met ‘die Thora’ vinden we maar overbodig: ze moeten zich gewoon bekeren tot Jezus.
Deze houding belet ons om tot een echte ontmoeting met het jodendom te komen. Ons superioriteitsinstinct zegt ons dat er in zo’n gesprek toch niet veel te halen valt. Sommige christenen hebben zelfs het idee dat zij Joden moeten introduceren bij God. De gedachte dat het oorspronkelijk precies andersom was komt gewoon niet in ze op.
De waarschuwing van Paulus
Paulus zag deze hoogmoedige houding al aankomen. Hij drukt daarom de kersverse christenen in Rome op het hart om zich niet al te arrogant op te stellen richting het Joodse volk: Heb geen hoge dunk van uzelf, maar vrees. (Romeinen 11:20) Deze waarschuwing van Paulus nemen veel christenen helaas niet serieus. We spreken dat misschien niet hardop uit maar stiekem vinden we het wel: Joden kunnen veel van ons leren, maar andersom niet.
Thora
Daarmee doen we vooral onszelf tekort. Paulus schrijft: In de eerste plaats zijn hun (de Joden) de woorden van God toevertrouwd. (Romeinen 3:2b) Al lang voordat wij als christenen ook maar het minste benul van God hadden, gaf Hij Zijn eeuwige Thora aan Israël. Inderdaad: dezelfde Thora waarvan Jezus tegen Zijn Joodse geloofsgenoten zegt dat niet één tittel of jota ervan zal vergaan. (Mattheüs 5:18)
Hobby
Maar dan komen wij. En wij weten het nou eenmaal beter. Geen tittel of jota vergaan? Jawel hoor: de héle Thora is afgeschaft! Thora-studie van Joden is misschien best een aardige hobby, maar echt veel zin heeft het niet. Het doet er gewoon niet meer toe, vinden we.
Bekeren
Misschien moesten we ons maar eens bekeren van onze arrogantie Joden. Dat wordt na tweeduizend jaar best eens tijd, zou je zeggen. Daar hebben we zelf ook nog wat aan. Er valt namelijk nog zoveel te leren. Als je maar luistert.
De weg van de dwaas is juist in zijn eigen ogen, maar wie naar raad luistert, is wijs.
Spreuken 12:15