Er bestaan nogal wat misverstanden over de Heere Jezus. Bijvoorbeeld deze vijf misverstanden over Jezus relatie met het jodendom:
1. Jezus was een christen
Nope. Jezus werd geboren uit een Joodse vrouw, op de achtste dag besneden (Lukas 2:21) en ging op shabbat naar de synagoge. Ook de discipelen en vrijwel het hele publiek van Jezus waren Joden.
2. Jezus was tegen de wet
Volgens veel christenen heeft Jezus de wet (de Thora, de eerste vijf boeken van de Bijbel) afgeschaft. Niets is minder waar! Jezus zegt Zelf: ‘Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen.’ (Mattheüs 5:17a). Een lastige uitspraak? Niet als je deze in de goeie context plaatst. Jezus presenteerde Zich als de Joodse Messias. Als Hij ook maar één letter had afgedaan aan de Thora, het fundament van het jodendom, dan kon niemand Hem meer serieus nemen.
Het klopt wel dat Jezus regelmatig met anderen discussieerde over de interpretatie van de wet. Dat is typisch Joods. Hoewel Jezus nogal eens van mening verschilde met de Joodse leiders uit Zijn tijd, blijkt uit niets dat Jezus tegen de Thora was.
3. Jezus las het Nieuwe Testament
Dat kan natuurlijk niet: het grootste deel van het Nieuwe Testament werd pas opgeschreven toen Jezus al in de hemel was opgenomen. Als Jezus de Bijbel citeerde dan deed Hij dat uit de Tenach, wat wij nu het Oude Testament noemen. Veel christenen vinden het Nieuwe Testament relevanter dan het Oude Testament, maar voor Jezus was het dat dus zeker niet.
4. Jezus richtte de kerk op
In de Bijbel staat nergens dat Jezus een kerk wilde beginnen. Zijn eerste volgelingen waren bijna allemaal Joods en dus werd Zijn beweging gezien als een onderdeel binnen het jodendom van die tijd.
5. Jezus had niks met Israël
Jezus had meer met Israël dan veel christenen tegenwoordig. Met de bewering dat Jezus niks (speciaals) met Israël had doen we Hem echt tekort. ‘Messias’ is de Koningstitel van Israël, zoals bijvoorbeeld ‘Farao’ dat van Egypte is.
Jezus is dus de Koning van Israël en dat komt op belangrijke momenten in Zijn leven steeds terug: bij Zijn geboorte (Mattheüs 2:2), bij Zijn glorieuze intocht in Jeruzalem (Johannes 12:13) en bij Zijn verzoenend sterven (Johannes 19:19). Bovendien zijn er opmerkelijke overeenkomsten tussen Jezus en Israël, die aantonen dat er een diepe verbinding bestaat tussen hen.