Ik zit te genieten op mijn balkonnetje. Het is donker, kwart voor 10 ’s avonds en warm genoeg voor een korte broek. Het is dag twee van mijn tiendaagse reis naar het land van melk en honing, maar ik heb het idee dat ik hier al minstens zes dagen rondloop. Dat maakt, snel rekenen, 60 dagen in Israël voor mij.
Het willekeurige stoelnummer op mijn ticket maakte me blij toen ik ontdekte dat ik bij het raampje zat. Met de davidsster op de vliegtuigvleugel constant in mijn ooghoek kon ik niet anders dan stilstaan bij het feit dat Israël mijn eindbestemming zou zijn. Tien dagen lang, de reisdag niet meegerekend, werkvakantie vieren in dit land met zoveel geschiedenis en lading. Jeruzalem ervaren, Bijbelse plekken bezoeken, cultuur proeven (en olijven), mijn geloof verdiepen en bovenal mensen ontmoeten, op weg helpen en blij maken. Dit alles met 31 groepsleden die ik met me meenam in mijn vliegmachine.
Beloofd land in zicht!
Kijkend op de miniatuurwereld en het wolkenland onder me kwam Israël steeds dichter bij en ik verbaasde mezelf toen ik ontdekte dat ik met een brok in mijn keel mijn stoelriem vast deed. Dit was het dan, het beloofde land, Gods land. Ik kon niet wachten de platen uit de kinderbijbel te vervangen voor de niet-getekende variant die ik beloof nooit meer te zullen vergeten. In de bus vanaf het vliegtuig nam ik genoegen met de donkere silhouetten van mijn eerste stukjes nieuw te ontdekken land.
“Onze Nederlandse rondleidmeneer vertelde dat het zelfs in oorlogstijd een plek van vrede is.”
Stralende ogen
Vanmorgen vertrokken we lopend naar Aleh, zeker het googelen waard, een huis voor meervoudig gehandicapte kinderen. We werden vriendelijk ontvangen en daarna meegenomen naar de kinderen.
Ik plantte me naast een meisje in een rolstoel, ze reageerde op de muziek en liet me haar hand vastpakken. Verder vertelde haar gezicht met haar prachtige ogen me niet veel en wist ik niet of ze me kon horen. Toen ik over haar haren streek kreeg ik een onverwachte grote blije glimlach met stralende ogen die ze gericht hield op dat wat ze ook maar voor zich zag. De brok in mijn keel is hier kennelijk iets blijvends want hij was meteen weer terug.
Liefde
Naast een plaats voor zorgverlening is Aleh ook verder hard nodig. Er zijn Joodse en islamitische kringen waarin het hebben van een gehandicapt kind niet te accepteren is en de kinderen liever genegeerd worden. Dit is absoluut niet in alle gevallen aan de orde en er zitten heel veel kindjes die alle liefde van de wereld ontvangen van hun ouders, met de praktische hulp en zorg van Aleh. De organisatie is interreligieus en onze Nederlandse rondleidmeneer vertelde dat het zelfs in oorlogstijd een plek van vrede is. Dat vind ik prachtig. Ik heb respect voor de verzorgers, vele vrijwilligers en familie van de kinderen gekregen en heb het ervaren als een goedlopend en nodig doel tijdens mijn eerste stappen in Jeruzalem.
Medegroepsmensjes
Bij sommige medegroepsmensjes kwam het zorginstinct meteen bovendrijven tussen de bewoners van Aleh, terwijl anderen liever achteraan toekeken of zich wat schuchter mengden tussen de rolstoelen. Ik zie er naar uit elk groepslid op zijn best gezien te hebben, de groepskwaliteiten uit te buiten en iedereen met zijn persoonlijke hoogtepunt blij te zien vertrekken naar ons kikkerlandje om vol overgave te vertellen.
“Het balkonnetje aan onze hotelkamer wordt nog steeds ingenomen door een laptop, mijn toilettas waar een complete fles badschuim in leeg gelopen was en mijn kamergenootje dat af en toe een weetje deelt uit haar tijdschrift. Ik zit te genieten.”
Ik zit te genieten…
Het balkonnetje aan onze hotelkamer wordt nog steeds ingenomen door een laptop, mijn toilettas waar een complete fles badschuim in leeg gelopen was en mijn kamergenootje dat af en toe een weetje deelt uit haar tijdschrift. Ik zit te genieten. Denkend aan mijn middag op de Israëlische markt en de spontane gesprekken met de mensen hier. Met de stratenveger, de stadsconciërge die vol was van Amsterdam, de mevrouw die me een koelere plek in de stad aanwees om mijn druiven te eten en de groepsleden die ik nu ook pas een beetje leer kennen. Het moet nog steeds indalen dat ik hier echt ben.
Buiten gaan ze rustig door met straten maken, ik droom hier nog even weg.