fbpx

|BLOG| De richting van ons geloof

Deel deze post:
Lees ook:

Het Hebreeuwse woord voor geloof is emunah, een woord dat ook wel zoiets betekent als ‘onbeweeglijk’, of ‘rotsvast’. Geloven is dus niet zomaar een mindset of overtuiging. Nee, het is een zeker weten.

In het Jodendom moedigt men elkaar aan te ‘werken aan je emunah’. Dat is: jezelf oefenen in het besef dat God alles in deze wereld actief bestuurt. Tot in de kleinste details. Zoals Jezus in Matteüs 10:29 opmerkt dat geen mus van het dak valt buiten God om, zó tot in detail is God betrokken bij Zijn schepping.

Dat is ons moderne mensen vreemd. De verlichting en moderne wetenschap hebben Gods aandeel in deze wereld weg verklaard. Wij zien vooral de natuurwetten als sturende elementen in de schepping. Maar ook daarin is God actief aanwezig. Als je dat leert beseffen, wordt de wereld een stuk heiliger. Want dan leer je Gods hand zien in ogenschijnlijk heel gewone dingen.

Lijden als zegen
Maar emunah gaat nog dieper. Geloof is ook het besef dat God alles bestuurt ten goede. Zoals Paulus ook beschrijft in Romeinen 8:28: “En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede”. Maar dat alles betekent dus ook de narigheid in deze wereld, ook ons lijden. Hoe mogen we dat duiden?

Wie volmaakt gelooft dat God alles bestuurt en ten goede gebruikt, zoals Zusya uit het chassidisch verhaal in het kader hieronder, ziet het lijden niet meer als lijden, maar ziet er overheen op de goedheid die de Heere ermee voor ogen heeft. Diegene ervaart dan zelfs het lijden als zegen. Zo droeg ook de Here Jezus het lijden van het kruis, door er overheen te zien op de vreugde die in het verschiet lag (Hebreeën 12:2).

De richting van ons geloof
Waarom staat dit geloof zo ver van ons af? Ik denk dat dat te maken heeft met de richting van ons geloof. Wat is het doel van mijn geloof? Johannes 3:16 zegt: dat ik behouden wordt! En dat ik Gods zegen mag ontvangen. Deel mag uitmaken van een geloofsgemeenschap. De gaven van Gods Geest mag ontvangen. Maar als ik me nu afvraag wie het doel van mijn geloof is, dan ben ik dat zelf. Ik geloof richting mezelf. Eigenlijk is daarmee mijn geloof heel egoïstisch.

In de ontmoeting met Israël heb ik de andere richting mogen zien: geloven richting God. Daarbij gaat het niet meer om je behoud of je zegen. Daarbij speelt het ‘ik’ geen rol. Het geloof van Israël, emunah, is gericht op God. Op Zijn eer. Wie gelooft richting God, is in zijn doen en laten gericht op de glorie van de Allerhoogste. Daar kunnen wij nog heel veel van leren! ‘Kom mijn ongeloof te hulp!’

Nooit geleden
Een chassidisch verhaal vertelt over rabbi Shmelke en zijn broer die bij de Maggied van Mezeritch kwamen en hem vroegen:

“Onze geleerden hebben ons geleerd om de Eeuwige te danken voor het goede dat Hij ons doet toekomen, maar ook voor het lijden dat ons treft. En om dit in vreugde te ontvangen. Hoe is dat mogelijk? Dichten we dan de Eeuwige niet het kwaad toe?” Hierop stuurde de Maggied van Mezeritch hen naar ene Zusya. Die zou hen kunnen antwoorden. Zusya was een man die overduidelijk getekend was door veel lijden. Maar toen de rabbijnen hem hun vraag voorlegden, glimlachte hij vertwijfeld en antwoordde vriendelijk: “Ik vrees dat de Maggied van Mezeritch zich moet hebben vergist. Voor zover ik me kan herinneren heeft de Eeuwige mij namelijk nooit enig lijden doen toekomen.”