fbpx

BLOG / Een gouden gesprek

Saskia heeft een onverwachtse ontmoeting...
blog-header-saskia
Deel deze post:
Lees ook:

Rotbeest!, mompel ik halfslapend. Ik deel mijn kamer noodgedwongen met een kat, Lavi genaamd. ’s Nachts wil het dier graag met mij spelen en loopt voortdurend over me heen en bijt me in mijn benen. En vroeg in de ochtend rent hij als een dolle door het kamertje. Verdraagzaamheid. 

Groet

Wat ook helpt, naast verdraagzaamheid, is vroeg opstaan en snel het kamertje uitgaan. Ik sta ’s ochtends in de hete zon op het dak van de Arabische sjoek in de Oude Stad. Mijn ogen gaan over de Tempelberg, de Olijfberg en iets verder weg mount Skopus. Er komt een orthodox geklede jongeman bij me staan die me tot mijn verrassing groet. We raken aan de praat en Adar* wil me graag wat meer van Jeruzalem en omstreken laten zien.

Bethlehem

Zo rijden we een paar dagen later naar Ramat Rachel. Dit is een onafhankelijke kibbutz in Jeruzalem. Vroeger lag de kibbutz buiten Jeruzalem, maar de stad is zo uitgebreid dat het nu ìn Jeruzalem ligt. Ramat Rachel was in 1948 het meest zuidelijke verdedigingspunt van Jeruzalem en het hield stand tegen het Jordaanse en het Egyptische leger. Even later kijken we uit over het Arabische Bethlehem. Ten westen van de stad is een tunnel door de berg gegraven. Langs de weg naar de tunnel zijn enorme schermen geplaatst, tegen beschietingen en stonethrowing van de ‘cousins’ (dit is een koosnaampje van Joden voor Arabieren).

‘Cousins’ is een koosnaampje van Joden voor Arabieren.

Zware jaren

Mijn personal tourguide heeft zware jaren achter zich liggen. Hij was officier in het leger en werkte voor de veiligheidsdienst. Hij is honderden malen naar Arabische steden en dorpen gegaan om terroristen uit bed te lichten en in te rekenen. Het was keer op keer een gevaarlijke onderneming, terroristen laten zich natuurlijk niet zomaar vangen. Soms slaagden acties niet doordat Adar en zijn eenheid verkeerde informatie hadden gekregen: dan kwamen ze bij het huis en bleek de terrorist daar niet te zijn. Soms lieten ze een bulldozer komen en als de terrorist dan niet uit zijn huis wilde komen, werd het huis verwoest met de terrorist erbij. Adar heeft vele mensen zien doodgaan.

Eenmaal thuis mis ik mijn dure lippenstift in mijn tas. Die moet er uitgerold zijn in de auto van Adar… Dat wordt dus nog een keer afspreken met ‘m.

Dat wordt dus nog een keer afspreken met ‘m.

 Vijgen

Een paar dagen later loop ik naar de afgesproken plek waar Adar mij oppikt. Wat later staan we op Har Gilo. Met 900 meter is dit het hoogste punt in de omgeving. We lopen over de patrouilleerweg rondom de nederzetting die op deze berg gebouwd is. Om elke nederzetting in Israël is zo’n weg voor de veiligheid aangelegd. We komen een vijgenboom tegen waarvan de vijgen verdroogd onder de boom liggen. Verrukkelijk, zo’n warme, natuurlijk-gedroogde vijg!

Adar luistert stil wanneer ik mijn hoop met hem deel. Een gouden gesprek!

Bloed drinken

Op de terugweg vertelt Adar over de angst die altijd in zijn achterhoofd is. ‘I have had the feeling from a young age on that many people want to drink my blood.’ We praten over de Shoah. Adar redeneert: ‘Something that happened, can happen again. This is always in the back of my mind. And when I forgot it for a moment, I’m afraid that it will happen soon because I don’t expect it. Like a nuclear bomb from Iran that destroys Israel.’ Ik vertel hem dat ik op basis van de profetieën in de bijbel denk dat Israel niet vernietigd zal worden. We praten over de Messias. Over het ultieme offer dat God gaf om zich met de mensheid te verzoenen. Adar luistert stil wanneer ik mijn hoop met hem deel. Een gouden gesprek!

Verhuizen

Boker tov! (goedemorgen) Fijn dat de nacht met Lavi weer voorbij is. Ik sta op en loop wankelend met mijn ogen dicht tegen het felle zonlicht naar de wc. Ik schrik me lam als ik mijn ogen open doe: het raampje van de wc is opengemaakt door Lavi! Ze is weg! Ontsnapt! En dat terwijl ze morgen wordt opgehaald door een gezin dat enorm uitkijkt naar hun nieuwe huisdier. Ik voel iets zachts tegen mijn arm en kijk naast me. Het is Lavi die in de gootsteen staat en van het lekkende kraantje drinkt. Wat een geluk! Ik bezweer de kat plechtig: ‘Wat ben ik blij dat jij morgen verhuist!’

*gefingeerde namen