Heb je ooit een Jood zien bidden voor de Kotel (Klaagmuur)? Grote kans dat je verrast stond te kijken. Ik wel. De eerste keer dat ik de Sabbat meemaakte in Jeruzalem, keek ik mijn ogen uit. Die toewijding, vrolijkheid en dat ontzag voor God: daar kan ik nog wat van leren! Na die ervaring ben ik me meer gaan verdiepen in onze Joodse roots.
Ik ontdekte dat Deuteronomium 6:4 het fundament is onder het Joodse gebedsleven: ‘Hoor, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één.’ Ze noemen het ‘Sjema’, de Hebreeuwse vertaling van het eerste woordje ‘hoor’. Het is als het ware de Joodse geloofsbelijdenis. Joden erkennen hun afhankelijkheid van God. Dat niet alleen, God laat ook zien dat Hij aanwezig is in hun leven. In dit gebed roept God Zijn volk. Hij komt zo heel dichtbij hen.
De tekst gaat verder: ‘Daarom zult u de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht.’ Erkennen dat God de Enige is, betekent Hem liefhebben met alles en boven alles. ‘En je naaste als jezelf’, denk je er nu misschien wel achteraan. Dat is namelijk de aanvulling van Jezus. In Marcus 12:28 vraagt een schriftgeleerde aan Jezus: ‘Wat is het eerste van alle geboden?’
Als echte Jood antwoordt Jezus met het Sjema. Hij voegt er wel iets aan toe: ‘Dit is het eerste gebod. Het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze.’ Wat betekent dit voor ons? Wij mogen ons net als de Joden afhankelijk weten van God. Zoals God dichtbij Zijn volk is, zo is Hij ook met ons. Door Jezus staan ook wij in verbinding met de Enige. Vanuit die ultieme bron van Liefde mogen wij de ander liefhebben.
Wanneer ik weer voet zet op Israëlische grond, is dat mijn gebed. Dat ik het Joodse volk mag zien vanuit Gods ogen. Dat ik Zijn liefde mag voelen en uiten. Voor Zijn wereld, Zijn land en Zijn volk. Met hart én ziel.
Weleens de start van de sabbat bij de Klaagmuur meegemaakt? Bekijk het hier: