Wanneer Joden bidden, binden ze een soort doosje op hun voorhoofd en banden om hun arm. Dit is symbolisch en wordt ’tefillien’ genoemd. Waarom doen ze dat?
Joden en de Thora
De Thora bestaat uit de eerste vijf boeken van Mozes. Dit zijn de eerste vijf boeken uit onze Bijbel: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Hier staan naast het ontstaan van het volk Israël ook ontzettend veel geboden van God aan Zijn volk.
De Joden willen zich aan al deze regels houden, uit liefde en gehoorzaamheid naar God. Ze hebben zelfs een feestdag om God te prijzen voor het geven van de wet. Deze dag wordt ‘Simchat Thora’ genoemd.
Deuteronomium en tefillien
In Deuteronomium staan veel ge- en verboden die God aan de Joden geeft. Deze geboden gaan over alle aspecten van het leven. Hoe je met elkaar omgaat, maar ook hoe je God moet dienen en eren. In Deuteronomium staan teksten die verklaren waarom Joden tijdens het bidden hun arm inpakken en een doosje om hun hoofd binden.
Daarom tefillien, dus!
Bekijk de video maar eens:
Deuteronomium hoofdstuk 6
‘Deze woorden moet u uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat.’
‘U moet ze als teken op uw hand binden en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn.’
‘En de HEERE gebood ons al deze verorderingen te houden, om de HEERE, onze God, te vrezen, ons ten goede, alle dagen, om ons in leven te houden, zoals het op deze dag is.’
Tefillien
Teksten uit Deuteronomium en uit Exodus (over de uittocht uit Egypte) worden op perkament geschreven. Deze worden opgerold en in een soort doosje gestopt. Bij het bidden wordt dit doosje op het voorhoofd gebonden, als teken om nooit te vergeten wat God heeft gedaan.
Het Hebreeuwse woord tefillien is trouwens afgeleid van tefillá, wat ‘gebed’ betekent!
Aan de deurposten hebben Joden trouwens ook een symbool. Dit noemen ze een ‘mezoeza’. Benieuwd naar de betekenis? Lees dit artikel maar eens!