fbpx

‘Ik heb een Israëlkater’

Duif Israel
Deel deze post:
Lees ook:

Ik heb iets tegen smalltalk. Als ik al over het weer praat wil ik minstens een dikke analyse over verschillende wolksoorten te verwerken krijgen en koetjes en kalfjes bespreek ik het liefst met een agrarisch expert.

Mijn werk in een bejaardentehuis zorgt er echter voor dat ik ontzettend dankbaar ben voor mijn talent om op commando te ‘smalltalken’ en ik heb vaak snel contact met vreemde mensen in de trein. Toch probeer ik het oppervlakkige geklets waar nodig te vermijden en stel ik graag wat andere vragen om mensen te leren kennen. Wat ze doen in het dagelijks leven en of ze broers en zussen hebben kom ik uiteindelijk toch wel te weten.

Wat als jij een vogel was?

Afgelopen zomer in Israël had ik weer een nieuwe groep mensen om te vervelen en dit keer ging ik voor de vraag: ‘Welke soort zou je zijn als je een vogel was?’ (ik heb nergens gezegd dat mijn vragen verrijkender zijn voor de mensheid dan praten over het weer)

Volgens het puzzelwoordenboek ben ik een vogelaar, gek op vogels. Ik ben echter geen enorme vogelkenner en steel mijn kennis vooral van anderen. Wat ik nu wel weet is welke vogeltjes ik in mijn groep mee liet fladderen door Jeruzalem. We hadden wat duiven, een meeuw, een ijsvogel en uiteraard zat er een arend in de groep – iemand moet haantje de voorste zijn.

De angst die vogeltjes en studenten met elkaar delen is een erg bekende: de kater.

Israëlkater

Ik heb het er niet op, katers. Ik ben sowieso geen kattenmens – misschien omdat ze vogeltjes eten, misschien omdat ze gewoon vervelend zijn. Wie weet heb ik iets tegen het woord ‘kater’ omdat ik wel van wijn houd en misschien is het gewoon de negatieve bijsmaak die het woord overal heeft, maar er is één katersoort hardnekkiger dan alle anderen. Ik zit liever met flinke hoofdpijn en een agressieve kat op de bank dan dat ik deze kater bezit. Dames en Heren, Vinken en Patrijsjes, ik introduceer u: De Israëlkater.

Ik wil terug

Israëlkater: Het nare gevoel dat een mens na het verlaten van Israël ervaart om terug te keren naar zijn dagelijkse leventje. Kan maanden aanwezig blijven en moet worden beschouwd als ernstige aandoening. Persoon die lijdt aan de kater voelt zich onwel en misplaatst terug in zijn thuisland en is te herkennen aan het herhalen van drie woorden: ik wil terug.

POESJE!

Israël zit trouwens vol met katten. Een poezenminnende groepsgenoot had het maar druk met heel hard ‘POESJE!’ roepen. En toch -houd je vast- wil ik het liefst mijn eerstvolgende vakantie terug naar dit land. Naar het kattenland mensen, laat dit doordringen. Niet-kattenmensen snappen nu hoe groot mijn liefde moet zijn.

Want ik mis het. Als ik een duif zou zijn zou ik mijn luxeleventje van friet eten op de Amsterdamse Dam snel achter me laten. Zo snel als mijn grijze vleugeltjes fladderen kunnen zou ik aan de reis van mijn leven beginnen. 3353 kilometer. Met wat pauzes in vakantielanden zou ik eindigen in Jeruzalem en gaan wonen in de allermooiste vogelflat op aarde. Ja, ik zou gaan wonen op een uitstekend steentje van de westelijke muur (de Klaagmuur), wat een duivenleventje zou dat zijn.

Want de God van Israël voelt gelukkig niet als 3533 kilometer bij me vandaan.

Don’t cry, smile

Van een wijze uil in de groep, het haantje de voorste, kreeg ik een uitspraak mee naar huis: ‘Don’t cry because it’s over, smile because it happened’. Zeer vrij vertaald zegt het dat ik niet moet zemelen en blijven hangen in mijn dipje na de zomer en dat ik intens blij moet en mag zijn met alles wat ik heb meegemaakt. En dat ben ik dan ook, en dus ben ik blij met mijn ‘Israëlkater’. Want zonder de ervaring daar, had ik er nu niet naar terug kunnen verlangen.

3533 kilometer

‘Warme vogels stijgen op’ zeer intelligente woorden die ik uitsprak tijdens mijn 2016 reis naar het beloofde land terwijl ik naar gelukzalige, hoogvliegende vogels op Massada keek. Ik ben uit Israël thuisgekomen als warm, half gebraden kippetje. Door mogen leven en ervaren in het land met zijn geweldige mensen stijg ik nu ook een beetje op. Boven de problemen en bezigheden in het herfstige Nederland, ver boven praten over het weer uit. Hoger bij de blauwe luchten en dichter bij de Schepper van al mijn geliefde vogels, en zucht, óók de katten. Want de God van Israël voelt gelukkig niet als 3533 kilometer bij me vandaan.