Begin mei hebben de Universiteit van Tel Aviv en de Anti-Defamation League een gezamenlijk rapport gepubliceerd over de wereldwijde groei van antisemitisme. In het rapport worden ernstige zorgen uitgesproken over de veiligheid en vrijheid van Joden overal ter wereld.
Het zal voor niemand een verrassing zijn dat er sinds 7 oktober in heel Europa – maar ook daarbuiten – een enorme toename van antisemitische incidenten zichtbaar is. Je hoeft de televisie maar aan te zetten of een krant open te slaan, of je wordt ermee geconfronteerd. In de Israël Aktueel van juli-augustus 2024 is er zelfs een hele themabijlage aan gewijd. Gelukkig is dat antisemitisme voor mij, een docent uit het rustige Fryslân, in het dagelijks leven meestal ver weg. Totdat het ineens heel dichtbij komt.
Bezoek aan Luxemburg
Een paar weken geleden was ik met mijn studenten in Luxemburg voor een bezoek aan een aantal instellingen van de Europese Unie. Op de tweede avond van onze reis wilden we ergens wat gaan drinken. Na een tijdje zoeken hadden we een geschikt etablissement gevonden. Althans, dat dachten we. Nadat men aan de deur eerst al moeilijk deed over het binnenlaten van ons als groep, werd mij uiteindelijk in “keurig” Nederlands te kennen gegeven dat ik als “kankerjood” niet welkom was. Ik was onthutst en na een korte, niet al te vriendelijke, woordenwisseling zijn we maar vertrokken.
Ik ben zelf niet Joods, maar die hatelijke opmerking zal ongetwijfeld een verwijzing zijn geweest naar mijn ketting met de Magen David. Ooit gekocht als souvenir in Israël tijdens een Isrealityreis, draag ik deze sinds 7 oktober consequent uit solidariteit met Israël en de Joodse gemeenschap. Het is één ding om over antisemitisme te lezen en te horen, maar het is iets anders om het aan den lijve te ondervinden. Je kan je Joods zijn of je sympathie voor de Joodse gemeenschap schijnbaar niet langer veilig uiten. Dit is Europa, dit is de wereld, anno 2024.
Even is mij de gedachte bekropen om de ketting voortaan maar af te doen. Dat scheelt immers een hoop gedonder. Ik hoef me dan niet meer af te vragen “Wat als…?”, de volgende keer dat ik ergens een bar of restaurant binnenloop. Maar dat is precies wat de Jodenhaters willen bereiken: dat we ons verstoppen, dat we onze identiteit of solidariteit verbergen uit angst.
Daarom kan ik niet anders dan mijn ketting met trots blijven dragen. Het is een klein symbool, maar het staat voor iets veel groters: de weigering om toe te geven aan de duivelse haat die als een gezwel door onze samenleving woekert. Als christen zie ik het als mijn plicht om te staan voor dat wat juist is, zelfs als dat betekent dat ik geconfronteerd kan worden met onaangename situaties. Het niet afdoen van mijn ketting is een keuze om solidair te zijn met hen die niet de luxe hebben om hun identiteit te verbergen of te veranderen. Een Jood kan zijn Joods zijn immers ook niet afdoen.
Zo wil ik ook iedereen die dit leest, oproepen om solidair te zijn: zwijg niet, kijk niet de andere kant op, maar spreek je uit. Ook – of beter gezegd: juist – wanneer dat soms moeilijk is. Bid voor Gods volk. Laat zien aan de Joodse gemeenschap dat ze niet alleen staan. Maak in je omgeving kenbaar dat er ook nog mensen zijn die niet meegaan in het heersende anti-Israël narratief. Laten we met elkaar om Gods oogappel heen staan.
Deze column is geschreven door Pieter (24).
(Foto: Unsplash)