Veel christenen hebben een mening over Joden zonder ooit een Jood gesproken te hebben. Dat leidt nogal eens tot misverstanden, ook in de manier waarop we onze Bijbel lezen. We zetten vijf misverstanden van christenen over Joden op een rijtje:
1. Joden denken in de hemel te komen door de wet te houden
Joden denken de wet nodig te hebben om in de hemel te komen, maar gelukkig hebben wij als christenen de genade. Simpel toch? Wait. Dat is dus net iets té simpel gedacht. Sowieso draait het in het jodendom maar weinig om het hiernamaals, maar vooral om een (goed) leven in je aardse bestaan. Wat er daarna met je gebeurt wordt aan God overgelaten.
Men houdt de wet uit liefde en dankbaarheid naar God.
Men houdt de wet (Thora) dan ook niet om uiteindelijk een mooie beloning in de wacht te slepen, maar veel meer uit liefde en dankbaarheid naar God.
2. Het jodendom is hetzelfde als het christendom, maar dan zonder Jezus
Omdat het christendom is geworteld in het jodendom denken veel christenen dat de twee dan ook wel ongeveer hetzelfde zullen zijn. Wij een dominee, zij een rabbijn. Zij een synagoge, wij een kerk. Het enige wat er in the end verschilt is dat het christendom Jezus als Messias ziet en het jodendom niet.
Daarbij worden voor het gemak wel duizenden jaren van Joodse traditie (inclusief Talmoed en mondelinge leer) en tweeduizend jaar kerkgeschiedenis (inclusief Reformatie en Heidelbergse catechismus) aan de kant geschoven.
Het uitgangspunt (de Bijbel) mag dan ongeveer hetzelfde zijn, juist deze tradities maken dat jodendom en christendom wezenlijk verschillen.
Lees hier 5 overeenkomsten tussen Jezus en Israël!
3. De Joden hebben Jezus gekruisigd
Dit christelijke misverstand heeft in de afgelopen tweeduizend jaar afschuwelijke gevolgen gehad voor het Joodse volk. De Joden hadden Jezus vermoord, werd er gezegd, en daarvoor moesten zij worden gestraft. Honderdduizenden, misschien zelfs miljoenen Joden zijn als gevolg van dit misverstand gedood. Door christenen, ja.
Maar feitelijk klopt er natuurlijk niks van hun bewering. Wie de Bijbel kent, weet dat Jezus is gekruisigd door Romeinse soldaten. Lees de evangeliën er maar op na. Dan zou je nog kunnen inbrengen dat de Joden om Jezus kruisiging hebben gevraagd. Dat is waar, maar dat maakt de stelling alweer heel anders en dat is bovendien nog steeds geen reden om Joden dan maar te gaan vermoorden.
Rabbijn Jehoeda Loew ben Bezalel, ook bekend als de Maharal van Praag, was een Tsjechische rabbijn en filosoof die in de zestiende eeuw leefde. Hij reageerde verbijsterd op de christelijke beschuldiging dat Joden Jezus zouden hebben gedood en daarom zelf gedood moesten worden:
“Het sterven van Jezus is van cruciaal belang voor het christelijke geloof. Waarom zou je het ons verwijten dat wij daaraan hebben bijgedragen? Je zou ons er eerder dankbaar voor moeten zijn.”
4. Na de komst van Jezus is Israël niet langer het volk van God
In het Oude Testament lezen we in allerlei teksten over de verbonden die God sluit met het volk Israël. God spreekt Zelf van eeuwigdurende verbonden. Nergens in het Nieuwe Testament worden deze verbonden door God herroepen.
Toch denken veel christenen dat dat wél het geval is. Deze gedachte is al vroeg in de kerktraditie geslopen, doordat de vroegchristelijke leiders niet konden geloven dat het Joodse volk na hun verwerping van Jezus als Messias nog een bijzondere rol speelde in Gods plan.
God spreekt Zelf van eeuwigdurende verbonden.
Nee: God had een nieuw volk om Zich heen verzameld, dacht men, en dat was de kerk. En alle beloften die God aan Israël deed had Hij eigenlijk bedoeld voor de kerk.
Deze gedachte is niet terug te vinden in de Bijbel (sterker nog: Paulus waarschuwt in Romeinen 11:1 juist dat mensen dat vooral niét moeten denken), maar helaas wel grotendeels bepalend (geweest) voor de houding van de kerk richting Israël.
5. De uitverkiezing van Israël staat haaks op Gods liefde voor alle mensen
Dit misverstand duidt op een misverstaan van Gods verbonden met Israël. De uitverkiezing van Israël gaat namelijk niet zozeer om Israël zelf, maar juist om de zegen die God via Zijn volk Israël aan alle volken schenkt. Dit wordt al meteen duidelijk bij de roeping van Abram in Genesis 12.
Al snel bevestigt God deze zegen (Genesis 18:18 en Genesis 22:18). De geboorte van de Messias van Israël -de Heere Jezus- is de ultieme bekroning van die zegen. Hij stierf als Jood voor de zonden van alle mensen.
Al vanaf het begin heeft God in Zijn plan met Israël het zegenen van de volken voor ogen gehad en Hij blijft tot aan de voleinding van de wereld vasthouden aan dat plan. Dan zal ook de vraag van de discipelen uit Handelingen 1:6 beantwoord worden.
De uitverkiezing van Israël staat dus niet haaks op Gods liefde voor alle mensen, maar is juist een instrument om die liefde uit te dragen.
God gebruikt Israël als ‘kanaal van zegen’. Lees dit artikel maar eens, of bekijk deze video.