Het zat er al twee jaar aan te komen, maar het lijkt erop dat het binnenkort echt gaat gebeuren: de publicatie van een zwarte lijst met Israëlische en internationale bedrijven die zakendoen in de Westelijke Jordaanoever.
Deze lijst, voornamelijk opgesteld door de Israëlische organisatie Who Profits, bevat namen van vele bedrijven die in Palestijnse gebieden zakendoen.
NGO Monitor, een andere Israëlische organisatie, probeert niet-gouvernementele organisaties te stoppen als ze een anti-Israëlagenda hebben.
De organisatie schreef een rapport over deze beruchte zwarte lijst met de volgende conclusie:
De lijst brengt niet alleen schade aan Israël, maar ook aan Palestijnen in de Westelijke Jordaanoever en aan Arabieren in Oost-Jeruzalem.
Volgens het rapport is de zwarte lijst een belangrijk middel in de campagnes van de BDS (Boycott, Divestment, Sanctions).
Problemen door de zwarte lijst
Er worden op de lijst bijvoorbeeld leveranciers van olie en gas genoemd, die als grote klant de Palestijnse Autoriteit hebben. Maar als deze zwarte lijst gepubliceerd wordt, zou dit juist de toevoer van olie en gas naar de Palestijnse gebieden kunnen blokkeren.
Het volgende probleem is Oost-Jeruzalem: als deze zwarte lijst in werking wordt gesteld, kunnen basisproducten en diensten niet meer geleverd worden in de Arabische wijken in dit deel van de stad.
Wantrouwen overwinnen
Volgens NGO Monitor negeert Who Profits het belang van economische banden en activiteiten om wantrouwen tussen Palestijnen en Israëliërs te overwinnen.
”Er is geen internationaal, juridisch verbod op het uitvoeren van zakelijke activiteiten in conflictzones, bezette gebieden of nederzettingen. Zo’n regel zou uiteindelijk alle economische activiteiten bannen in deze gebieden, en zou de bewoners verdoemen tot extreme armoede.”