Jaren geleden verscheen er een boek van een christelijke schrijver met de titel Israël is Gods volk. De boodschap van dit boek was heel anders dan wat je nu waarschijnlijk denkt.
Met Gods volk bedoelde de schrijver namelijk christenen. Eigenlijk stond er dus: Israël is de kerk. Lees je in de Bijbel over Israël, dan wordt daar volgens hem de kerk mee bedoeld.
Mainstream
Wat hier misschien als een grappige woordspeling klinkt is heel lang mainstream geweest in de kerk. En nog steeds denken veel christenen dat als er in de Bijbel Israël staat, God de kerk bedoelt. Zij kunnen maar moeilijk geloven dat deze Bijbelteksten exclusief zijn bedoeld voor Israël. God spreekt tot alle mensen, dus zullen alle Bijbelteksten ook wel bedoeld zijn voor iedereen.
Gods liefde is voor alle mensen
Er zijn goede argumenten om zo te denken. God heeft Zich in Zijn liefde en genade nooit beperkt tot het Joodse volk. Al vanaf het begin van Zijn weg met Israël maakt Hij duidelijk dat Hij alle volken wil zegenen: ‘Door jou zullen alle volken op aarde gezegend worden’ (Genesis 12:3).
Andersom heeft Israël God ook nooit voor zichzelf geclaimd. Het is zich altijd bewust geweest van zijn opdracht om de andere volken bij God te brengen. Dat hoor je bijvoorbeeld terug in Psalm 67: ‘Alle volken zullen u loven, God’.
Is Israël ècht Israël?
Maar betekent dat dan ook dat je alle zegeningen en beloften die God aan Israël geeft zomaar kunt betrekken op de kerk in het algemeen, of meer specifiek op jezelf? Is Israël ècht Israël, of bedoelt God alles wat Hij tegen Israël zegt eigenlijk algemeen?
Een uitdagende vraag
Als je de Bijbel op die manier zou lezen sta je al snel voor een uitdagende vraag: hoe zit het met de vervloekingen die God uitspreekt over Israël? Daar staan in de Bijbel veel voorbeelden van, maar de kerk is er (niet verrassend) nooit erg happig op geweest om díe op zichzelf te betrekken. De zegeningen en beloften had de kerk overgenomen van Israël, maar de vervloekingen golden nog steeds voor het Joodse volk.
Ieder redelijk denkend mens zal tot de conclusie komen dat je niet zo selectief kunt shoppen in Bijbelteksten. Het blijkt dus nog niet zo makkelijk te zijn om een algemene betekenis in teksten over Israël te ontdekken. Er zijn dan ook veel Bijbelteksten die juist een duidelijk onderscheid maken tussen Israël en de andere volken. Een paar voorbeelden:
Jesaja 11:12 ‘Hij zal een banier omhoogheffen onder de heidenvolken en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen.’
Jeremia 31:10 ‘Hoor het woord van de Heere, heidenvolken, verkondig het in de kustlanden van ver weg, en zeg: Hij Die Israël verstrooid heeft, zal het weer bijeenbrengen en het hoeden, zoals een herder zijn kudde hoedt.’
Ook in het Nieuwe Testament vinden we nog steeds dit onderscheid tussen Israël en de andere volken:
Lukas 2:32 ‘Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, die U bereid hebt voor de ogen van alle volken, een licht om de heidenen te verlichten en om Uw volk Israël te verheerlijken.’
Handelingen 9:15 ‘Ga, want deze is voor Mij een uitverkoren instrument om Mijn Naam te brengen naar de heidenen en de koningen en de Israëlieten.’
Het is dus duidelijk dat er door de hele Bijbel heen een onderscheid wordt gemaakt tussen het volk Israël en alle andere volken. Dit onderscheid is er niet vanwege Israël, maar juist vanwege de andere volken. Alléén als Israël als zelfstandig volk blijft bestaan kan God Zijn belofte aan Abraham waarmaken en alle volken op aarde zegenen.
Hoe zit het dan met ons?
Betekent dit dan ook dat we de beloften en zegeningen die God aan Israël heeft gegeven niet (meer) op onszelf mogen betrekken? Hoewel het belangrijk is om te beseffen dat God deze woorden allereerst tot Israël spreekt, gaat het te ver om uit te sluiten dat Hij daarmee ook tot andere mensen spreekt. Aan de weg die God met Israël gaat leren we Zijn vaderhart kennen. Omdat God altijd Dezelfde is mag je weten dat Hij Zijn trouw en liefde voor Israël ook zal laten zien aan jou. Dat geldt natuurlijk net zo goed voor de waarschuwingen die God aan Israël meegeeft.
God is trouw aan Zijn beloften aan Israël, trouw aan Zijn Woord en trouw aan al Zijn kinderen. Wat mooi dat we zo’n God mogen kennen!