Vandaag is het Jom HaSjoa, de Internationale Holocaust Herdenkingsdag, waar wereldwijd stilgestaan wordt bij de slachtoffers van de Holocaust. Er worden herdenkingen gehouden en verhalen worden verteld. Vandaag is er een film uitgekomen over het waargebeurde verhaal van Harry Haft: The Survivor. Hij werd gedwongen in Auschwitz te boksen, als vermaak voor de nazi’s. Het waren gevechten van leven op dood: wie de wedstrijd verloor, werd vermoord…
Bekijk hier alvast de trailer van de film:
Het verhaal van Harry Haft
Het waargebeurde verhaal van Harry Haft is schokkend en onbekend. Hij werd gevangengezet in concentratiekamp Auschwitz en werd gedwongen tegen zijn medegevangenen te boksen. De verliezer van elk gevecht werd vermoord door nazi-bewakers, die ervan genoten naar dit lugubere schouwspel te kijken.
Harry werd gedwongen om in 76 wedstrijden te vechten. De gruwel van zijn ervaringen is hem altijd bijgebleven. Zijn verhaal wordt naverteld in de nieuwe film The Survivor met in de hoofdrol Ben Foster, die Auschwitz bezocht om zich voor te bereiden op zijn rol.
Typisch Joodse jeugd
Harry Haft werd in 1925 geboren in een arm Joods gezin in een stadje in Polen, vlakbij de Duitse grens. Hij was de jongste van acht kinderen. De bevolking van het stadje was in die tijd voor de helft Joods. De familie Haft werd omringd door Joodse buren en vrienden die hen hielpen en steunden. Harry’s vader Moishe was een koopman, die stierf toen Harry nog maar drie jaar oud was. Harry en zijn broers en zussen moesten allemaal werken om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Harry had zijn eerste baantje toen hij vijf jaar oud was. Hij leverde vogels af bij de koosjere slager van de stad.
Antisemitisme was duidelijk merkbaar in de stad. Alan Scott Haft, Harry’s zoon, herinnert zich dat leraren op de plaatselijke openbare school die Harry bezocht openlijk de voorkeur gaven aan de christelijke leerlingen. Ze sloegen Joodse leerlingen en kleineerden hen voor zelfs de kleinste fout. Joden werden dan ook aangevallen door hun niet-Joodse leeftijdsgenoten, die een intens antisemitisme meekregen van de preken in de kerken, van hun familie en thuis.
Harry begreep al vroeg dat hij een reputatie als vechter moest krijgen, zodat hij niet hun slachtoffer zou worden.
De wreedheid van zijn jeugd maakte van Harry een vechter. “Er waren bendes die de Joodse kinderen terroriseerden”, beschreef Alan Scott Haft in zijn boek over zijn vader, “Harry begreep al vroeg dat hij moest vechten en een reputatie als vechter moest krijgen, zodat hij niet hun slachtoffer zou worden.”
Duitse Invasie
Harry’s woonplaats viel in op 5 oktober 1939 in handen van de nazi’s, slechts enkele weken na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. De stad had een grote bevolking van etnische Duitsers die thuis Duits spraken en de Lutherse kerken in de stad bezochten. Deze “Volksduitsers” verwelkomden hun nieuwe overheersers met open armen. Voor de Joden was hun nachtmerrie nog maar net begonnen.
Op basis van de getuigenis van zijn vader, zei Alan Scott Haft: “Joden werden systematisch van de straat geplukt voor dwangarbeid. Ze mochten alleen in het midden van de weg lopen. Synagogen werden vernield en alle Joden moesten de gele Davidster op hun kleding dragen. Joodse bankrekeningen werden bevroren. Joden kregen een reisverbod en een avondklok. Zowel de bezettende nazi’s als de plaatselijke bewoners werden aangemoedigd de plaatselijke Joden te martelen.”
Een overlevende van de stad schreef een uitgebreid verslag van wat zich daar afspeelde:
In het begin van de bezetting werden de Joden uit hun huizen verdreven en gedwongen de moeilijkste en vernederendste taken uit te voeren. Vreselijke taferelen speelden zich af in de Joodse wijken. Het vreugdevuur brandde al op de Nieuwe Markt, en groepen Joden, die voortdurend Thorarollen en heilige boeken meebrachten, werden gedwongen die op het vuur te gooien terwijl ze zongen en gebeden reciteerden. En iedereen die dat wilde (kon) de Joden slaan; Duitse jongetjes van 10-11 jaar rukten aan oudere Joden en sloegen hen…
In maart 1941 creëerden de nazi’s een Joods getto in de stad, waardoor Joden uit de omgeving gedwongen werden in een benauwd, onhygiënisch gedeelte te wonen dat slechts uit een paar overvolle straten bestond. Joden werden naar nabijgelegen steden vervoerd om dwangarbeid te verrichten en keerden ’s nachts terug naar het getto.
Voor Harry en zijn familie bood het Joodse getto een kans om anderen te helpen. Harry’s broer Aria begon een lokaal smokkelbedrijf. Harry en zijn broers werkten als smokkelaars en brachten goederen over de grens vanuit Duitsland. Voor de eerste keer in hun leven was Harry’s familie relatief welvarend. Zelfs te midden van de terreur en ellende van het getto, was Harry’s moeder Hynda vastbesloten om alles te doen wat ze kon om voor haar mede-Joden te zorgen.
“In die tijd was Hynda in staat om anderen te helpen. Familieleden en vrienden die honger hadden of behoeftig waren, werden opgevangen. Harry’s moeder stuurde voedselvoorraden naar neven en nichten die niet in staat waren om persoonlijk te komen, en ze beantwoordde vele vroegere gunsten van buren door hen geld te geven.”
Deportatie naar Auschwitz
De nazi’s begonnen steeds meer Joden in het getto te vermoorden. Tijdens de Poerim-feestdag van 1942 werden tien Joden in het getto publiekelijk opgehangen door hun nazi-overheersers. In augustus 1942 werd het getto geliquideerd. De overgebleven Joden werden gedwongen de synagoge van het getto binnen te gaan. Enkele honderden werden overgebracht naar een ander getto in de buurt. Duizenden bleven drie dagen in de synagoge zonder voedsel. Op 14 augustus 1942 werden bijna alle overgebleven inwoners van het getto naar het dodenkamp Chelmno gestuurd, waar ze werden vermoord.
Harry was getuige van de liquidatie van het getto. Hij was al veel eerder gearresteerd en had samen met andere Joden als slavenarbeider gewerkt. Maar in 1942 slaagde hij erin, met de hulp van een sympathieke voorman, kort te ontsnappen en naar huis terug te keren om te zien wat er gebeurde met zijn familie en de andere Joden van de stad.
Alan Scott Haft beschreef wat er toen gebeurde. “Tot Harry’s verbazing was de Joodse wijk vrijwel verlaten. Het leek wel of iedereen geëvacueerd was en alleen de zieken overbleven, stervend op straat van de honger…” Harry ging naar het huis van zijn zus Brandel, die net haar eerste baby had gekregen.
Twee Duitse vrachtwagens overladen met mensen passeerden hen aan hun linkerzijde. Een derde vrachtwagen werd volgeladen met mensen vlak voor Brandels huis. De Duitsers ruimden de buurt op voor Harry’s ogen… Soldaten dwongen zijn zus en haar man met geweld hun huis uit te komen en op de overvolle vrachtwagen te stappen. Hij hoorde smeekbeden en geschreeuw en Brandel schreeuwde naar iemand toen de vrachtwagen begon te rijden. Het volgende wat Harry zag was een soldaat die uit het huis kwam met een baby in zijn armen die naar de vrachtwagen liep. De soldaat gooide de pasgeborene naar Brandels uitgestrekte armen, maar hij miste, en de baby viel op de grond. Een andere soldaat trok zonder aarzelen een revolver en er klonken schoten. Het lichaam van de baby werd achtergelaten in de goot…
Kort na die verschrikkelijke nacht werd Harry naar het concentratiekamp Stzelin gestuurd. Een maand later werd hij van daaruit overgebracht naar Auschwitz, en vervolgens naar het werkkamp Jaworzno, een sub-kamp van het enorme Auschwitz complex. Harry en andere Joodse slavenarbeiders zwoegden in de nabijgelegen kolenmijnen, waar ze met hun blote handen werkten onder primitieve en gevaarlijke omstandigheden.
In Auschwitz merkte een hooggeplaatste SS officier, Dietrich Schneider, Harry op en ondernam stappen om bevriend met hem te raken. Schneider hielp Harry voor het eerst na een vreselijk voorval: Harry moest korte tijd werken in de crematoria van Auschwitz, waar hij de lijken van dode Joden in de vlammen gooide. Op een dag werd hij gedwongen het lichaam van een Joodse man in het vuur te gooien, alleen om op het laatste moment te realiseren dat de man nog in leven was. Na dit schrijnende voorval weigerde Harry nog langer te werken; het kon hem niet schelen of de bewakers hem doodschoten. In plaats van hem te doden, hielp Schneider Harry door hem over te plaatsen naar een ander werkcommando.
Schneider volgde Harry naar het Jaworzno werkkamp en vroeg hem een bizarre deal te maken: als Schneider Harry hielp te overleven, zou Harry er alles aan doen om Schneider te helpen gerechtigheid te ontlopen als Duitsland de oorlog zou verliezen. Harry stemde toe.
Nazi’s vermaken door te vechten
Aanvankelijk leek Schneider zijn deel van de afspraak na te komen door Harry extra voedselrantsoenen te geven. Maar op een dag liet hij zijn ware aard zien als een sadistische nazi. “Nu ben je een grote, sterke Jood, mijn vriend, en ik ga een entertainer van je maken,” zei hij tegen Harry. “Jij gaat mijn vrienden, de andere officieren en soldaten, vermaken.” Schneider legde de regels uit: elke zondag moest Harry tegen mede-Joden vechten voor het officiersverblijf in bokswedstrijden. Bokshandschoenen waren niet toegestaan, maar Harry kreeg wel een paar gewone leren handschoenen om te dragen. Schneider verzekerde Harry dat de Joden tegen wie hij zou vechten, zich vrijwillig hadden aangemeld om hun geluk tegen hem te beproeven. De bokswedstrijden zouden eindigen als één man opgaf, legde Schneider uit.
Als Harry al de illusie had dat Schneider een fatsoenlijke man was, dan nam dat eerste gevecht elk sprankje hoop weg dat de nazi’s tot fatsoen in staat waren.
De eerste tegenstander werd in de ring gebracht. Harry was geschokt door zijn verschijning. Hij zag een halfdood skelet van een man voor zich. Het werd hem op dat moment duidelijk dat er niets eerlijk zou zijn aan deze wedstrijd. Harry was achttien jaar oud, groot en sterk. Schneider had hem goed gevoed, niet overwerkt of gemarteld. Harry keek naar de andere kant van de ring en zag de angst op het gezicht van zijn uitdager en hij wist dat deze man zich niet vrijwillig had aangemeld. Harry herinnerde zich Schneiders woorden over hoe het gevecht zou eindigen als één man niet meer verder kon en nu begreep hij wat dat betekende.
Die eerste dag vocht Harry tegen vijf Joden en won met gemak elk van de partijen. De SS bewakers schreeuwden anti-Joodse uitspraken tijdens de gevechten, terwijl Schneider op een grote stoel zat en zich kostelijk amuseerde.
Hoewel Schneider Harry whisky aanbood als beloning voor het vechten, sloeg Harry het af, walgend. Hij realiseerde zich dat als hij een wedstrijd zou verliezen, hij de dood zou riskeren. Zoals Harry later uitlegde in een interview met het United States Holocaust Memorial Museum, realiseerde hij zich dat de verliezers een zekere dood tegemoet gingen: “Als jongere op school trainde ik al om bokser te worden. Ik was erg sterk. Maar in Jaworzno ging het gevecht tot het einde. De verliezer belandde in het ziekenhuis en als hij na een paar dagen niet beter was, ging hij met het volgende transport naar Auschwitz.”
De SS-bewakers noemden Harry het “Joodse beest van Jaworzno”. Hij won 75 wedstrijden in de loop van enkele maanden. Op een dag kreeg hij de opdracht tegen een echte uitdager te vechten. Schneider vertelde hem hoe belangrijk deze wedstrijd voor hem was; hij had een aanzienlijke som geld op Harry gewed. Toen Harry bij de geïmproviseerde boksring aankwam, zag hij een Joodse man van in de 20 die voor de oorlog de zwaargewicht kampioen van Frankrijk was geweest.
In Jaworzno ging het gevecht tot het einde, de dood.
Het was het zwaarste gevecht dat Harry ooit had gehad. Op het einde, bedekt met bloed, sloeg hij zijn sterke Franse concurrent knock-out. Nadat SS-bewakers de Franse bokser hadden afgevoerd, hoorde Harry twee geweerschoten.
Ontsnapping
De Sovjettroepen naderden Auschwitz. De nazi’s probeerden de omvang van hun misdaden te verbergen door de gaskamers en andere gebouwen te vernietigen en tienduizenden Joden te dwingen Auschwitz en zijn vele subkampen te verlaten. Ze werden op dodenmarsen geleid of met goederenwagons naar andere kampen vervoerd, zoals Bergen-Belsen, Buchenwald, Dachau en Mauthausen. Harry werd gedwongen deel te nemen aan een van de marsen: “12.000 mensen werden naar Gros-Rozen gemarcheerd en slechts 190 overleefden het,” vertelde hij aan het United States Holocaust Memorial Museum. “We hebben een week lang gemarcheerd.”
Harry belandde in het concentratiekamp Flossenberg, waar de omstandigheden erbarmelijk waren. Amerikaanse troepen naderden het kamp en de nazi-bewakers kondigden een nieuwe dodenmars aan om Joden uit het kamp te verwijderen. Harry en een vriend besloten een gewaagde ontsnapping te plannen. “We zijn ten dode opgeschreven als we hier niet wegkomen,” zei hij tegen zijn vriend. Ze zetten het op een lopen en scheurden over het weelderige Duitse platteland. Nazi’s schoten achter hen aan en volgden hen, maar Harry en zijn vriend hadden het gehaald. Ze waren vrij. Ze wisten zich nog enkele weken te verbergen in bossen en kleine steden, tot het einde van de oorlog.
Het leven na de oorlog
Harry Haft was voor altijd getekend door de Holocaust. Na de oorlog leefde hij in ontheemdenkampen. In 1947 organiseerde het Amerikaanse leger in München een Amateur Joods Zwaargewicht Kampioenschap boksen. Harry was de beste winnaar en werd een plaatselijke beroemdheid. Hij vroeg de Amerikaanse generaal Lucius Clay om hulp bij zijn immigratie naar Amerika. In 1948 zorgde Clay ervoor dat Harry een nieuw leven kon beginnen in de Verenigde Staten.
Harry vestigde zich bij een neef in New Jersey en werkte een tijd als bokser. Hij had een middelmatige carrière en zijn laatste gevecht was tegen toekomstig bokskampioen Rocky Marciano in 1949.
Elke nacht had Harry verschrikkelijke nachtmerries, waarin hij zijn trauma’s van de Holocaust herbeleefde.
Harry gaf het boksen op en ging zich settelen, het mooie gezinsleven opbouwen dat ooit een onmogelijke droom had geleken. Hij trouwde met Miriam Wofsoniker en samen kregen ze drie kinderen. Harry had verschillende banen in New York, waaronder het runnen van een groente- en fruitwinkel in Brooklyn en taxichauffeur. Toen hem in 1990 werd gevraagd waar hij in zijn leven het meest trots op was, antwoordde hij: “Mijn vrouw en kinderen.”
Ondanks de liefde en het succes dat hij vond, leed Harry zijn hele leven. Elke nacht had hij verschrikkelijke nachtmerries, waarin hij zijn ervaringen tijdens de Holocaust in levendige details herbeleefde.
Harry Haft overleed in 2007 op 82-jarige leeftijd. The Survivor zal helpen zijn opmerkelijke verhaal eindelijk onder een groter publiek te verspreiden.
Vanaf 3 mei is de film ‘The Survivor’ te zien op Netflix.
Dit artikel verscheen eerder op de website van Aish.
Lees ook: 97-jarige Holocaustoverlevende gaat viral op TikTok